Je baby in de 34e week van je zwangerschap
De bevalling komt steeds dichterbij en je kindje is dan ook bijna helemaal “af”. De nieren en longen moeten nog wel rijpen. Hij is dus nog niet klaar om geboren te worden. Wordt hij wel geboren na 34 weken zwangerschap dan zal hij in de couveuse moeten. Maar geen zorgen. De meeste kindjes die te vroeg worden geboren zijn net zo gezond als voldragen kindjes. De vingernageltjes groeien al sinds het begin van het tweede trimester en komen nu bijna tot de vingertopjes. Die van de teentjes groeien wat langzamer en hebben de puntjes nog niet bereikt.
De laatste weken krijgen zowel jij als je kindje een groeispurt. Dit kan te maken hebben met het feit dat je met zwangerschapsverlof gaat en het wat rustiger aan kunt doen. Maar wist je dat een grote buik niet betekent dat je ook een groot kindje krijgt? Het formaat van je buik wordt bepaald door de hoeveelheid vruchtwater, het gewicht van je kindje, de stevigheid van je buikspieren en natuurlijk je eigen postuur. Een kleine buik betekent daarom ook niet dat je een klein kindje krijgt.
De placenta is ondertussen zo’n 2,5 cm dik en 20 cm groot en voorziet je kindje nog steeds van de benodigde voeding en zuurstof. Omdat je kindje groter is heeft hij meer nodig dan in het begin van je zwangerschap. Er stroomt op dit moment een halve liter bloed per minuut door de placenta. Jouw bloed zal echter nooit bij je kindje komen. Jullie bloedsomlopen zijn door een dunne tussenwand gescheiden. Jouw bloedgroep kan dan ook anders zijn dan die van je kindje.
De schedelbeenderen van je kindje zijn nog niet vastgegroeid maar worden bij elkaar gehouden door sterk bindweefsel. De ruimtes tussen de beenderen heten fontanellen en zullen pas negen tot achttien maanden na de geboorte vastgroeien. De ruimte die het bindweefsel geeft is nodig om het hoofdje door het geboortekanaal te krijgen en voor de groei van de hersenen.
Jij in de 34e week van je zwangerschap
Het is moment is (bijna) aangebroken waar je al een tijdje naar uit ziet en misschien ook wel echt aan toe bent: zwangerschapsverlof. In Nederland heb je recht op minimaal zestien weken verlof, dit wordt onderverdeeld in zwangerschapsverlof en bevallingsverlof. Zwangerschapsverlof zijn officieel de weken voor de bevalling. Je kunt kiezen of je 4, 5 of 6 weken voor de uitgerekende datum met verlof wilt. Je hebt dan na je bevalling nog 12, 11 of 10 weken bevallingsverlof. Elke dag die je na de uitgerekende datum bevalt, krijg je extra als verlof. Dus beval je met 41 weken dan heb je geen zestien maar zeventien weken verlof in totaal.
Ben je zwanger van een meerling dan heb je recht op vier weken extra verlof. Je krijgt in totaal minstens twintig weken verlof waarvan acht tot tien weken zwangerschapsverlof en tien tot twaalf weken bevallingsverlof.
Wist je dat je bevallingsverlof gespreid mag opnemen? De eerste zes weken moeten direct opgenomen worden na de geboorte om lichamelijk te herstellen en te wennen aan je nieuwe leven met je kindje. De vier tot zes weken die je daarna over hebt mag je verdeeld over dertig weken na de bevalling opnemen. Dit moet je wel binnen drie weken nadat je bevallingsverlof is ingegaan officieel aanvragen bij je werkgever.
Het begin van je verlof is het moment om de laatste dingetjes af te ronden voordat je kleintje komt. Je kunt alvast beginnen met het wassen van de babykleertjes, de box in de woonkamer zetten, de wandelwagen opzetten en het uitzoeken en klaarzetten van je geboortekaartjes. Maar pak tijdens je verlof ook genoeg rust, zeker als je nachten slechter zijn. Je lichaam zal gaan aangeven wanneer je teveel doet met pijn aan je bekken, harde buiken of vermoeidheid. Luister goed naar je lichaam zodat je uitgerust je bevalling en kraamweek ingaat.
Taken die je verdeeld over je verlof kunt oppakken zijn:
Voorbereiding voor de bevalling
- Vluchttas klaarzetten
- Zet belangrijke telefoonnummers, zoals het spoednummer van je verloskundige, nummer van je kraamverzorgster en het nummer van het ziekenhuis in je telefoon en die van je partner
- Bed op klossen zetten: Vanaf week 37 moet je bed op klossen staan, op ongeveer 80 centimeter hoogte. Je kunt klossen op verschillende hoogtes lenen bij een thuiszorgwinkel
- Autostoeltje een paar keer in je auto zetten om te kijken hoe dit werkt
- Geld (50 cent en 2 euro muntstuk) in je auto klaarleggen voor een rolstoel in het ziekenhuis
- Schrijf je geboorteplan en print deze twee keer uit. Leg er één in je tas en één in de babykamer.
Voorbereiding voor de kraamweek
- Babykamer afronden
- Wiegje in je slaapkamer klaarzetten
- Kleertjes / hydrofiele doeken & beddengoed wassen
- Laatste spulletjes voor de babyuitzet halen
- Kraampakket klaarzetten
- Geboortekaartjes klaarzetten en adressen alvast op de enveloppen schrijven
- Vries alvast wat maaltijden in zodat je in de kraamweek niet hoeft te koken
- Geboorteversiering in huis halen
- Nadenken over kraamhapjes
- Borstvoeding spullen in huis halen zoals: zoogkompressen, voedingsbeha en diepvriesbakjes
- Box klaarzetten in de woonkamer
- Wandelwagen klaarzetten
En probeer vooral ook te genieten van je verlof. Zoek een leuke serie uit en ga schaamteloos bingewatchen of plan nog even een afspraak bij de kapper, manicure, pedicure en/of schoonheidsspecialist. Ook is een zwangerschapsmassage lekker om nog mee te pakken in je verlof. Plan ook lunchdates in met vriendinnen of ga shoppen met je moeder. Zwangerschapsverlof is het moment om even helemaal aan jezelf te denken.
Benauwd tijdens de zwangerschap
Zestig procent van de zwangere vrouwen krijgen tijdens hun zwangerschap last van benauwdheid of kortademigheid. Als je hier last van hebt zal je vast gemerkt hebben dat het de laatste paar weken alleen maar is toegenomen. Dit heeft te maken met het groeien van je baarmoeder. Deze bereikt rond week 35 het hoogste punt waardoor je middenrif tijdens een ademhaling minder omlaag kan en je per ademhaling minder lucht binnenkrijgt. Rond week 35 heb je zelfs bijna 25% minder longcapaciteit.
Ook heeft het hormoon progesteron invloed op je ademhaling. Deze maakt het ademcentrum in je hersenen gevoeliger voor CO2. Om toch het CO2- en zuurstof balans in je bloed gelijk te houden, ga je sneller ademen. Hierdoor krijg je het idee dat je zuurstoftekort hebt.
Ten slotte heeft de grotere hoeveelheid bloed in je lichaam invloed op je ademhaling. Het “extra” bloed bevat minder rode bloedcellen die zuurstof transporteren en meer vocht. Dit zorgt er ook weer voor dat je het idee hebt van zuurstoftekort.
Goed nieuws. Na week 35 daalt je kindje in en zal je minder last hebben van benauwdheid. Let voor nu op je houding, houdt je rug recht met je schouders ontspannen naar achter. Hierdoor is je borst open en kunnen je longen zich beter vullen met zuurstof. Blijf ook bewegen. Je hoeft niet meer die vijf kilometer te lopen, maar wandel elke dag een stukje. Beweging is goed voor je conditie en longcapaciteit. Probeer ook vooral rustig te blijven wanneer je benauwd bent. Raak niet in paniek. Dit vergroot namelijk de kans op hyperventilatie.
Indalingsweeën
Tussen de 30 en 36 weken zakt je kindje omlaag, met zijn hoofdje tussen de bekkenbotten, en komt daar vast te liggen; hij daalt in. Dit proces kan gepaard gaan indalingsweeën. Wanneer je kindje is ingedaald, kan hij zich niet meer omkeren in je buik.
Het verschilt per vrouw of je last hebt van indalingsweeën en wanneer of hoe heftig. Rond week 34 of 35 hebben de meeste vrouwen er last van, daarna is je kindje ingedaald. Dit betekent niet dat je kindje ook al bijna geboren wordt. Hij zal waarschijnlijk nog een paar weekjes in deze houding blijven liggen.
Indalingsweeën kunnen gepaard zijn met een zeurende pijn en/ of krampen of een trekkerig gevoel in je buik. Ook kun je scherpe steken voelen in je liezen, vagina of buik. Zeker bij een eerste kindje kan je deze pijn verwarren met echte wee. Het grote verschil tussen echte weeën en indalingsweeën is dat ze onregelmatig komen, niet heftiger worden en na een paar uur weer over zijn. Wanneer je erg last hebt van indalingsweeën kun je warmte gebruiken om de pijn te verlichten. Leg een warme kruik op je buik of neem een lekker warm bad of douche.
Je hoeft bij indalingsweeën niet met je verloskundige te bellen. Komen de weeën regelmatig, worden ze heftiger en duren ze langer dan een halve minuut dan kunnen het wel echte weeën zijn. Neem in dat geval wel direct contact op met je verloskundige. Zeker wanneer dit gepaard gaat met verlies van vruchtwater of bloed.
Rusteloze benen
Heb je ’s avonds of ’s nachts ook wel eens last van een tintelend, kriebelend of jeukend gevoel in je benen? Dit staat bekend als “rusteloze benen” of Restless Leg Syndrome. Je zult het voornamelijk voelen in je onderbenen maar je kunt het ook merken in je bovenbenen, voeten of zelfs armen.
Wanneer je je benen beweegt, trekt het kriebelende gevoel weer weg. Helaas komt het meteen weer terug wanneer je stil gaat liggen. Erg frustrerend als je wilt gaan slapen. Het kan je nachtrust dan ook flink in de war schoppen. Rusteloze benen zijn gelukkig onschuldig maar daarom niet minder vervelend. Het goede nieuws; na de zwangerschap zijn de rusteloze benen vaak snel verdwenen. Het slechte nieuws; hoe verder je zwangerschap vordert hoe meer je er last van kunt krijgen.
Waar rusteloze benen precies vandaan komen is helaas nog niet bekend. Wel wordt er gedacht dat onderstaande punten een rol spelen:
- Ijzer tekort
- Erfelijkheid
- Het gebruik van medicijnen
- Erfelijke aandoeningen zoals: schildklieraandoeningen, diabetes, nierziektes of reuma
Wanneer je klachten erg vervelend worden, kun je proberen om ze te verminderen door voldoende water te drinken, dagelijks te bewegen, je doorbloeding te stimuleren door warm-koud douches of je benen te masseren of te laten masseren. Houd ook je ijzergehalte op peil door genoeg groene groentes te eten of supplementen te slikken.
Vermijd voor het slapengaan koffie of cafeïne houdende dranken zoals cola en sommige soorten thee. Ook blauwe schermen zoals je telefoon, tablet of televisie kunnen je slaapritme verstoren. Lees daarom liever voor het slapengaan een boek of mediteer nog wat. Ook kunnen wat rek- en strekoefeningen voor het slapengaan verlichting bieden.
