Wat betekent je bloeddruk eigenlijk?
Een normale bloeddruk ligt onder de 140/90 mmHg. De eerste waarde (de bovendruk of systole) geeft aan hoe hard je hart bloed rondpompt. De tweede waarde (de onderdruk of diastole) laat zien hoeveel druk er blijft bestaan wanneer je hart even ontspant.
Tijdens een gezonde zwangerschap daalt de bloeddruk juist een beetje. Door de invloed van het hormoon progesteron verwijden je bloedvaten zich, waardoor de weerstand in je lichaam afneemt. Hierdoor stroomt het bloed makkelijker naar je baarmoeder en placenta.
Rond 20 tot 22 weken is je bloeddruk vaak het laagst, dit wordt de mid-pregnancy drop genoemd. Daarna stijgt hij langzaam weer tot de oude waarde aan het einde van de zwangerschap. Een normale bloeddruk in de zwangerschap ligt onder de 140/90 mmHg. Alles daaronder wordt als gezond beschouwd, zolang jij je goed voelt. Een gemiddelde bloeddruk van een gezonde vrouw ligt is 120/ 80 mmHg.
Wat verandert er in je hart en vaten tijdens de zwangerschap?
Vanaf het begin van de zwangerschap past je lichaam zich aan de groeiende baby aan. Door de invloed van het hormoon progesteron ontspannen de wanden van je bloedvaten, waardoor de vaatweerstand afneemt. Hierdoor kan het bloed gemakkelijker naar de placenta stromen. Tegelijkertijd neemt je bloedvolume met ongeveer 40% toe, omdat er meer bloed nodig is voor jou en je baby.
Om dat extra volume rond te pompen, gaat je hart harder werken. Het slagvolume (de hoeveelheid bloed die het hart per slag wegpompt) stijgt met zo’n 30%, en je hartfrequentie neemt met 10 tot 15 slagen per minuut toe. Daardoor stijgt ook het cardiac output (het totale volume bloed dat per minuut door het hart wordt gepompt).
Omdat het bloedvolume sneller toeneemt dan het aantal rode bloedcellen, ontstaat er een lichte hemodilutie, oftewel: het bloed wordt wat ‘dunner’. Hierdoor lijkt je hemoglobinegehalte (Hb) tijdelijk wat lager. Dat is normaal, want hemoglobine, het eiwit in je rode bloedcellen dat zuurstof vervoert, wordt als het ware verdund door het extra vocht in je bloed.
Waarom daalt je bloeddruk halverwege de zwangerschap?
Rond de 20e week daalt je bloeddruk vaak wat. Dit noemen we de mid-pregnancy drop. Door de verminderde vaatweerstand zakt vooral de onderdruk tijdelijk met 10 tot 15 mmHg. Na ongeveer 28 weken stijgt de bloeddruk weer langzaam tot de waarden van voor de zwangerschap.
Deze natuurlijke daling kan ervoor zorgen dat je je soms wat duizelig voelt, vooral als je snel opstaat. Ook kun je last hebben van flauwvallen of een licht gevoel in je hoofd. Dat is meestal onschuldig, maar vervelend. Het helpt om rustig te bewegen, goed te drinken en niet te lang stil te staan.
Bloeddruk in verschillende houdingen
Je bloeddruk kan ook afhangen van je houding. In de tweede helft van de zwangerschap kan de zware baarmoeder druk uitoefenen op de vena cava inferior, de grote ader die bloed vanuit de onderkant van je lichaam terugvoert naar je hart. Als je op je rug ligt, kan deze ader tijdelijk worden dichtgedrukt. Dat heet het vena cava inferior-syndroom. Je kunt dan duizelig of misselijk worden, een lage bloeddruk krijgen of het even zwart voor je ogen zien. De oplossing is simpel: ga even op je linkerzij liggen. Zo wordt de bloedstroom weer normaal en verdwijnen de klachten snel.
Hoe vaak wordt je bloeddruk gemeten?
Bij elk bezoek aan de verloskundige wordt je bloeddruk gecontroleerd. De eerste keer gebeurt dat aan beide armen om eventuele verschillen op te sporen; daarna altijd aan dezelfde arm voor betrouwbare metingen. De meting gebeurt in zittende houding, met je arm ontspannen op harthoogte. Zo kan de verloskundige kleine veranderingen goed volgen.
Bij een waarde van 130/90 mmHg of hoger wordt extra controle gedaan. Blijft de bloeddruk bij herhaling boven de 140/90 mmHg, dan kan er sprake zijn van zwangerschapshypertensie of pre-eclampsie, en wordt verder onderzoek ingezet.
Waarom is dit belangrijk?
Een te hoge bloeddruk kan de doorbloeding van de placenta verminderen, waardoor je baby minder voedingsstoffen krijgt. Daarom wordt bij hoge waarden ook gekeken naar eiwit in de urine (een teken van pre-eclampsie) en de groei van de baby.
Klachten die kunnen passen bij een hoge bloeddruk zijn hoofdpijn, pijn in de bovenbuik of maagstreek, wazig zien of lichtflitsen, misselijkheid en plotselinge zwelling van handen, voeten of gezicht (oedeem). Bij deze signalen moet je altijd direct contact opnemen met je verloskundige.
Andere zwangerschapsklachten die te maken hebben met veranderingen in je bloedvaten
Doordat je bloedvaten tijdens de zwangerschap wijder worden en de druk in je aders toeneemt, kunnen ook andere klachten optreden. Veel vrouwen krijgen last van varices (spataderen) in de benen of rond de schaamlippen, of hemorroïden (aambeien). Ook oedeem, vochtophoping in enkels of voeten, komt vaak voor, vooral aan het eind van de dag.
In sommige gevallen kunnen de aders ontsteken, wat tromboflebitis wordt genoemd. Dit ontstaat vaak als een spatader (varix) geïrriteerd of ontstoken raakt door een verminderde doorbloeding. Tijdens de zwangerschap komt dit vaker voor doordat de groeiende baarmoeder druk uitoefent op de vena cava en de bekkenvaten, waardoor het bloed minder goed uit je benen kan terugstromen. Daarnaast zorgt het hormoon progesteron voor ontspanning van de vaatwand, wat de kans op spataderen (varices) vergroot.
Bij tromboflebitis voel je een pijnlijke, warme, rode en verdikte streng in het been. Gelukkig is dit meestal een onschuldige aandoening die vanzelf herstelt. Wel is het belangrijk dat een arts of verloskundige ernaar kijkt, zeker als de ontsteking zich boven de knie bevindt.
Sommige vrouwen ervaren tijdens de zwangerschap ook hartritmestoornissen. Meestal gaat het om onschuldige (benigne) extra hartslagen, ook wel premature atriale of ventriculaire contracties genoemd. Soms kan een supraventriculaire tachycardie optreden: een tijdelijk snelle hartslag. Deze zijn doorgaans niet gevaarlijk, maar het is goed om ze te melden aan je verloskundige.
Wat kun je zelf doen voor een goede bloeddruk?
Je kunt zelf ook veel doen om je bloeddruk tijdens de zwangerschap stabiel te houden en klachten te voorkomen. Kleine aanpassingen in je dagelijks ritme kunnen al een groot verschil maken. Sta bijvoorbeeld rustig op uit bed of van de bank om duizeligheid te voorkomen, en zorg dat je voldoende drinkt, zeker bij warm weer. Eet gezond en matig met zout, en blijf in beweging door regelmatig te wandelen of te fietsen. Probeer langdurig staan of liggen op je rug te vermijden, omdat dat de bloedtoevoer kan belemmeren. En merk je symptomen op zoals hoofdpijn, wazig zien of plotselinge zwelling, neem dan altijd contact op met je verloskundige. Zo houd je samen goed zicht op jouw gezondheid én die van je baby.
Bronnen:
- Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen (KNOV). (2023). Richtlijn hypertensieve aandoeningen tijdens zwangerschap, bevalling en kraamperiode. Utrecht: KNOV.
- Praktische Verloskunde. (2024). Par. 3.9.5 & 4.6.4: Hart, vaatstelsel en bloeddruk tijdens de zwangerschap. Houten: Bohn Stafleu van Loghum.
- Blackburn, S. T. (2018). Maternal, Fetal & Neonatal Physiology: A Clinical Perspective (5e ed.). Elsevier.
- Nederlandse Hartstichting. (2024). Alles over de bloeddruk? https://www.hartstichting.nl