Skip to content
Menu
Ontsluiting; het eerste tijdperk van de bevalling

Ontsluiting; het eerste tijdperk van de bevalling

Iedere bevalling is uniek, maar het proces zelf verloopt meestal in vier duidelijke fases. Hieronder beginnen we met het eerste tijdperk. Deze leggen we rustig stap voor stap uit. We maken soms verschil tussen een eerste bevalling (primipara) en een volgende bevalling (multipara), omdat het proces dan net iets anders kan verlopen.

Inhoud

Auteur:

Minder dan 1 minuutLeesduur minuten

De opbouw van de bevalling

Tijdens je zwangerschap is je baarmoeder vooral rustig. Dat komt door progesteron, een hormoon dat je baarmoeder in ‘rust-modus’ houdt. Maar richting het einde van de zwangerschap gaan verschillende hormonen langzaam duwen, trekken en prikkelen om je lichaam voor te bereiden op de geboorte. Maar hoe gaat dat proces nou precies in zijn werking? 

De eerste signalen komen van je baby

De start van de bevalling begint verrassend genoeg vaak bij je baby zelf. De placenta maakt steeds meer CRH, een hormoon dat de baby aanzet om cortisol te maken. Dit zet een soort domino-effect in gang dat uiteindelijk zorgt dat jouw lichaam klaarstaat om weeën te maken.

Die hormonen zorgen er onder andere voor dat jouw lichaam meer oestrogenen gaat maken, en dat heeft grote gevolgen voor je baarmoeder (die wordt wakkerder en gevoeliger) en voor je baarmoedermond (die gaat zachter worden).

De baarmoedermond; van stevig naar soepel

Je baarmoedermond is tijdens je hele zwangerschap stevig, stug en goed gesloten, en dat is maar goed ook, want het is letterlijk de deur die alles binnenhoudt. Richting de bevalling moet je baarmoedermond weker worden, korter worden, meer in het midden komen te liggen en zich uiteindelijk openen tot ongeveer tien centimeter. Dat verweken gebeurt onder invloed van prostaglandinen en relaxine, die het stevige collageen afbreken zodat je baarmoedermond soepeler wordt, dit noemen we rijping. Daarna verstrijkt de baarmoedermond verder: hij wordt dunner, korter en draait als het ware naar een gunstigere positie in het baringskanaal. Ondertussen splitst de baarmoeder zich functioneel op in een actief deel bovenin dat krachtig kan samentrekken en een passief deel onderin dat vooral meegeeft en de doorgang vormt. Dat hele samenspel zorgt er uiteindelijk voor dat je baarmoeder kan openen voor je kindje. 

Verstrijken baarmoedermond

De weeën; van rommelig naar ritme

Dan komt het moment waarop je baarmoederspier (het myometrium) echt wakker wordt. Dat doet ‘ie doordat oestrogenen ervoor zorgen dat spiercellen met elkaar gaan communiceren via gap junctions, kleine bruggetjes tussen de cellen waarmee calcium makkelijk kan doorstromen. Calcium is de brandstof waarmee spieren kunnen samentrekken. Dat maakt de weg vrij voor échte weeën. 

De twee fasen van het ontsluitingstijdperk

1. De latente fase

De latente fase is de eerste fase van het ontsluitingstijdperk. Het is als het ware de warming-up van je lichaam voor het echte werk. Tijdens deze fase ontstaan de eerste weeën, die nog onregelmatig en wisselend in intensiteit zijn. Soms zijn ze goed te doen, soms wat pijnlijker. Het belangrijkste doel van deze fase is dat je baarmoedermond verweekt, verstrijkt en naar het midden van het baringskanaal draait. Je lichaam werkt dus hard, maar de voortgang naar volledige ontsluiting is nog rustig.

Bij een eerste bevalling verloopt dit proces vaak trager. De baarmoedermond is stug en moet eerst volledig verstrijken voordat de echte ontsluiting op gang kan komen. Hierdoor kan de latente fase lang duren, soms meer dan twintig uur. Bij een volgende bevalling is de baarmoedermond soepeler door eerdere ervaringen, waardoor hij verweekt en ontsluit vaak tegelijk, en de latente fase korter aanvoelt.

Je kunt de latente fase herkennen aan onregelmatige, nog goed te hanteren weeën, een lichte spanning of druk in je onderbuik, en soms rugpijn. Het is normaal dat je in deze fase nog kunt rusten, lopen of afleiding zoeken. 

2. De actieve fase

De actieve fase begint wanneer de ontsluiting sneller en krachtiger verloopt, meestal rond 5–6 cm ontsluiting. Je weeën komen nu regelmatig en krachtig, duren langer en liggen dichter op elkaar. Dit is het moment waarop je lichaam echt samenwerkt om je baarmoedermond volledig open te maken tot 10 cm.

Bij een eerste kindje gaat de ontsluiting in deze fase langzaam: gemiddeld 1 cm per 2 uur. Ben je al eens bevallen dat verloopt het vaak sneller, vooral na 6 cm, omdat je lichaam al eerder heeft meegemaakt hoe het zich moet aanpassen. In deze fase kun je duidelijk voelen dat de weeën krachtiger worden, soms komen ze zo intens dat het moeilijker wordt om te praten of te bewegen. Je lichaam is nu volledig aan het werk en je zult merken dat je de weeën moet volgen met je ademhaling en houding.

De actieve fase kun je herkennen aan regelmatige weeën die langer duren en krachtiger zijn, duidelijke druk naar beneden en soms een gevoel dat je steeds minder kunt ontspannen tussen de weeën door. Het is normaal dat je in deze fase meer steun nodig hebt, zowel emotioneel als fysiek.

De hormonen die het allemaal aanzetten

Maar welke hormonen zorgen nu allemaal voor de bevalling? 

  • Oestrogenen zorgen dat je baarmoeder gevoeliger wordt en klaar is om weeën te maken.
  • Progesteron verliest z’n remmende werking, niet doordat het daalt, maar doordat je lichaam er minder op reageert.
  • Prostaglandinen verweken de baarmoedermond én stimuleren weeën.
  • Oxytocine geeft de krachtige weeën in de actieve fase een duwtje, omdat je baarmoeder daar extra gevoelig voor wordt.
  • Cortisol en CRH (van baby en placenta) zetten het hele systeem aan.

Zo zie je: een bevalling start niet ineens. Het is een slim samenspel tussen jou, je baby en een heel netwerk aan hormonen.

Endorfines: je natuurlijke pijnstillers tijdens de bevalling

Naast bovengenoemde hormonen maakt je lichaam tijdens de bevalling endorfines aan. Dit zijn lichaamseigen hormonen die een belangrijke rol spelen bij pijnvermindering en ontspanning. Samen met oxytocine functioneren ze als natuurlijke pijnstillers. Endorfines helpen je lichaam om beter met de pijn om te kunnen gaan en ondersteunen tegelijkertijd de weeënactiviteit.

Het mooie is dat dit proces precies anders werkt dan stress. Wanneer je gespannen bent, stijgen de stresshormonen zoals adrenaline, en die kunnen juist je weeën remmen. Endorfines daarentegen versterken het natuurlijke ritme van je baarmoeder, waardoor je lichaam beter kan samenwerken en jij je beter kunt concentreren op het ademhalen en bewegen tijdens de weeën.

Je kunt de aanmaak van endorfines stimuleren door dingen te doen die je ontspannen en prettig vindt, zoals ademhalingsoefeningen, een warme douche of bad, massage, rust nemen, bewegen in een comfortabele houding, of luisteren naar zachte muziek in een vertrouwde omgeving. Alles wat je helpt ontspannen, draagt bij aan de endorfineproductie, waardoor je weeën beter verlopen en je beter met de pijn om kunt gaan is.

Bronnen

  • Blackburn, S. T. (2018). Maternal, Fetal & Neonatal Physiology: A Clinical Perspective (5e ed.). Elsevier.
  • Prins, M., van Roosmalen, J., & Smit, Y. (e.a.). (2025). Praktische verloskunde (15e druk). BSL Media & Learning.
  • Widmaier, E., Raff, H., & Strang, K. (2018). *ISE Vander’s Human Physiology: The Mechanisms of Body Function* (15th ed.). McGraw-Hill Education

Dit artikel is geschreven door: 

Renate Sal

Als verloskunde in opleiding én moeder van drie kinderen heb ik een passie ontwikkeld voor alles wat met zwangerschap en geboorte te maken heeft. Deze passie heb ik vertaald naar het online platform Zwangerennu.nl, waar ik mijn kennis, studie-inzichten en persoonlijke ervaringen deel. Mijn doel is om (aanstaande) moeders te ondersteunen, te informeren en met een nuchtere blik te begeleiden tijdens deze bijzondere periode in hun leven.