Wat is een stuitligging?
Een stuitligging is de ligging waarbij de baby met zijn hoofdje omhoog ligt en zijn voeten of billetjes in het geboortekanaal. Je kindje heeft tijdens de zwangerschap genoeg ruimte in de baarmoeder. Hier maakt hij dankbaar gebruik van door alle kanten op te bewegen. Dit zal je ongetwijfeld al hebben gevoeld met schopjes tegen je ribben, buik en blaas. Hoe verder je in de zwangerschap komt hoe krapper het wordt voor je kindje.
Zijn hoofdje wordt daarnaast steeds zwaarder waardoor hij vanaf zeven maanden zal gaan draaien naar de hoofdligging. Zijn hoofdje ligt dan naar beneden en zijn billetjes omhoog. Dit is de ideale positie om tijdens de bevalling door het geboortekanaal te gaan. Draait je kindje niet en blijft hij met zijn hoofd omhoog liggen dan ligt hij in stuit. Omdat het hoofdje van je kindje tijdens de bevalling niet op de baarmoedermond duwt kan de ontsluiting bij een stuitbevalling stagneren of niet genoeg vorderen.
Soorten stuitliggingen
Voelt de verloskundige in het derde trimester van de zwangerschap dat je kindje in stuit ligt, dan zal dat goed in de gaten gehouden worden. Met een liggingsecho kan bepaald worden in welk type stuit je kindje ligt. We onderscheiden vier verschillende stuitliggingen:
Onvolkomen stuitligging
Ligt je kindje in een onvolkomen stuitligging dan ligt hij met zijn billetjes omlaag en zijn beentjes gestrekt omhoog naast het lichaam.
Half onvolkomen stuitligging
Ligt je kindje in een onvolkomen stuitligging dan ligt hij met zijn billetjes omlaag, één been gestrekt omhoog naast het lichaam. Het andere been ligt gebogen naar beneden.
Volkomen stuitligging
Ligt je kindje in een volkomen stuitligging dan ligt hij met zijn billetjes omlaag en zijn beentjes gebogen bij de billen. Hij zit als het ware in kleermakerszit.
Voetligging
Ten slotte heb je nog de voetligging. Ligt je kindje in de voetligging dan zijn één of beide beentjes gestrekt omlaag. Hierdoor liggen ze lager dan zijn billetjes.
Waarom ligt een baby in stuit?
Er is vaak geen oorzaak bekend waarom je kindje in stuit ligt en hij niet is gedraaid naar de hoofdligging. Wel komt een stuitligging vaker voor bij meerlingzwangerschappen of bij zwangerschappen waarbij de placenta voor de uitgang van de baarmoeder ligt. Ook kan een afwijkende vorm van de baarmoeder een oorzaak zijn.
Mijn kindje ligt in stuit; en nu?
Heeft de verloskundige of gynaecoloog gezien dat je kindje in stuit ligt dan zijn er meerdere opties.
Afwachten
De eerste optie is afwachten. Naarmate de zwangerschap vordert wordt je kindje steeds groter en is er minder vruchtwater. Hierdoor heeft hij minder bewegingsvrijheid en is de kans dat hij na 36 weken zwangerschap zelf draait naar hoofdligging klein maar het kan wel.
Stuitligging draaien
Tweede optie is een uitwendige versie. De gynaecoloog of verloskundige kan je kindje proberen te draaien om hem in hoofdligging te krijgen. Dit heet een versie. Bij een versie zet de verloskundige of gynaecoloog gerichte druk aan de buitenkant van je buik. Hierdoor draait je kindje via een soort koprol richting de hoofdligging. Vervolgens haalt de verloskundige of gynaecoloog met twee handen de billen van je kindje omhoog. Ten slotte wordt het hoofdje van je kindje geduwd naar een dwarsligging. Je kindje draait vervolgens zelf door naar de hoofdligging. Een versie duurt 5 tot 15 minuten en lukt in 55% van de gevallen. Lukt het niet? Dan kan het na een paar dagen weer geprobeerd worden. Het draaien van je kindje voelt niet prettig, maar wordt door vrouwen niet als erg pijnlijk ervaren.
Zitten er risico’s aan het draaien bij een baby in stuitligging?
Je kindje zit in een vruchtzak gevuld met vruchtwater die hem goed beschermt. Het vruchtwater beschermt je kindje tegen stoten en vangt de druk van buitenaf op. Hierdoor kan er bij het draaien van je kindje in stuitligging geen directe schade worden aangebracht. In zeldzame gevallen kan het draaien de hartslag van je kindje versnellen of vertragen. Deze herstelt zich vaak weer na een paar minuten. Je kindje wordt daarom na het draaien of poging tot draaien nog een half uurtje in de gaten gehouden.
Moxa therapie stuitligging
Een derde optie is Moxa-therapie. Moxa-therapie is onderdeel van acupunctuur gericht op het draaien van je kindje bij stuitligging. Bij Moxa-therapie verwarmt de acupuncturist de zijkant van de kleine teen met een moxastick, een soort grote sigaar. Hierdoor wordt, volgens de westerse geneeskunde, de baarmoeder beter doorbloed. Dit zorgt ervoor dat hij beter rijpt en vergroot de kans dat je kindje draait. Ook stimuleert de Moxa-therapie vermoedelijk de bijnier. Hormonen die de bijnier produceert beïnvloeden het spierweefsel van de baarmoeder waardoor je kindje beweeglijker wordt en kan gaan draaien. En hoewel er weinig wetenschappelijk onderzoek gedaan is naar Moxa-therapie zijn er veel mensen binnen de geboortezorg positief over.
Stuitligging bevalling
Ligt je kindje na 36 weken zwangerschap nog steeds in stuit dan kun je kiezen voor een vaginale stuitbevalling of een geplande keizersnede. De gynaecoloog bespreekt vooraf de voor- en nadelen van elke optie. Er wordt ook gekeken worden naar je persoonlijke situatie. Op basis hiervan zal de gynaecoloog een natuurlijke bevalling of een keizersnede adviseren. De keuze is uiteindelijk aan jou.
Vaginale stuitbevalling
Het is mogelijk om bij een stuitligging vaginaal te bevallen. Dit brengt wel wat meer risico’s met zich mee. Daarom wordt er geadviseerd om onder begeleiding van een gynaecoloog te bevallen.
Er zijn wat verschillen met stuitbevallingen ten opzichte van een hoofdligging bevalling. Omdat het hoofdje van je kindje niet op de baarmoedermond duwt maar de billetjes, kan de ontsluiting bij een vaginale bevalling niet genoeg vorderen. Bij 50% van de vrouwen die beginnen aan een vaginale stuitbevalling adviseert de gynaecoloog daarom alsnog om een keizersnede te doen. Je krijgt daarnaast eerder persdrang omdat de voetjes of billetjes al door de baarmoedermond zakken terwijl de baarmoedermond nog niet volledig is ontsloten. In dat geval moet je de persweeën wegpuffen tot de baarmoedermond volledig is ontsloten. Ook kan het wat problemen geven dat het hoofdje van je kindje als laatst geboren wordt omdat dit het grootste gedeelte is van het lichaam. Tijdens het persen kan je kindje kortdurend zuurstoftekort krijgen door het afknellen van de navelstreng. 2,3% van de kinderen geboren via een vaginale stuitbevalling moeten behandeld worden voor zuurstoftekort.
Dit klinkt misschien allemaal wat eng maar het grootste deel van de kinderen die in stuitligging liggen worden gezond geboren. Ook op lange termijn is er geen verschil in de ontwikkeling van kinderen die in stuitligging zijn geboren dan kinderen die via een keizersnede zijn geboren. Loopt de stuitbevalling zonder problemen, dan mag je dezelfde dag nog naar huis met je kindje.
Bekijk hieronder de vergelijking geplande keizersnede en vaginale stuitbevalling. Opgesteld door de Commissie Patiëntencommunicatie van de NVOG.
Geplande keizersnede | Vaginale stuitbevalling | |
Hoe gaat de bevalling? |
|
|
Wat zijn de risico’s voor mijn kind?
Opname op de kinderafdeling
Risico op overlijden
|
Ongeveer 3 van de 1.000 kinderen (0,3%) Minder dan 0,5 van de 1.000 kinderen (0,05%) |
Ongeveer 23 van de 1.000 kinderen (2,3%) Ongeveer 2 van de 1.000 kinderen (0,2%) |
Wat zijn de risico’s voor mijzelf? Risico op ernstige complicaties, zoals erg veel bloedverlies, ontsteking van de wond of trombose
|
Ongeveer 8 van de 1.000 moeders (0,8%) | Ongeveer 2 van de 1.000 moeders (0,2%) |
Wat zijn de gevolgen voor volgende zwangerschappen? Risico dat litteken door keizersnede scheurt tijdens volgende bevalling
|
Ongeveer 8 van de 1.000 bevallingen (0,8%) |
Hoe voel je een stuitligging?
Je kunt een stuitligging voelen door gekriebel of getrappel in je bekken. Ook kan je druk voelen tegen je ribben een maag. Twijfel je of je kindje in stuit ligt? Je verloskundige kan de positie van je kindje voelen tijdens een controle.
Lees alles over bevallen bij een stuitliggingen op www.degynaecoloog.nl