Je baby in de 35e week van je zwangerschap
In week 35 is je kindje al ruim 43 centimeter lang en weegt hij rond de 2500 gram. Nog maar duizend gram te gaan tot zijn geboortegewicht. Als hij nu geboren wordt, is de kans ook groot dat hij het op eigen kracht zal redden. Maar omdat zijn longetjes nog niet helemaal rijp zijn, zal hij waarschijnlijk de couveuse in moeten.
Merk je al dat je snel buiten adem raakt? Je kunt bijna geen trap op lopen of verhaal vertellen zonder dat je moet bijkomen. Dat komt omdat je baarmoeder deze week het “hoogste” punt zal bereiken. Het resultaat; minder ruimte voor je longen. De inhoud van je longen kan zelfs afnemen met een kwart. Maar dit is gelukkig van korte duur. Je kindje zal snel indalen waardoor jij wat meer lucht krijgt. Hij zakt dan met zijn hoofdje dieper je bekken in waar hij mooi tussen je bekkenbotten past. Je kunt hier wat pijnlijke steken van krijgen bij je schaambeen of vagina maar dat hoeft niet. Bij een eerste zwangerschap dalen kindjes gemiddeld wat eerder in. Dit kan al vanaf week dertig. Is dit niet je eerste zwangerschap? Dan zijn je buikspieren al wat soepeler. Je kindje heeft dan ook wat meer ruimte en zal later indalen. De verloskundige zal bij de controles kijken of je kindje al is ingedaald. Geen zorgen als hij nog niet is ingedaald, want dit kan zelfs kort voor de geboorte nog gebeuren.
Wist je dat de kleur van het vruchtwater veel kan zeggen? Breken je vliezen, is het vruchtwater helder van kleur en zitten er geen witte vlokjes in? Dan heeft het huidsmeer van je kindje nog niet losgelaten en is hij iets te vroeg geboren. Is het vruchtwater helder van kleur maar zitten er wat witte vlokjes in, dan is hij mooi op tijd. Is het vruchtwater melkwit? Dan zijn de vlokjes opgelost en is je kindje wat laat. Maar je vruchtwater kan ook bruin / groen van kleur zijn. Je spreekt dan van meconiumhoudend vruchtwater. Dit houdt in dat je kindje in het vruchtwater heeft gepoept. Je zult dan in het ziekenhuis moeten bevallen in verband met infectiegevaar voor je kindje. Is het vruchtwater lichtroze van kleur, dan zit er een klein beetje bloed bij, dit kan geen kwaad.
Probeer bij het breken van je vliezen wat vruchtwater op te vangen in een maandverbandje zodat jij en je verloskundige kunnen kijken welke kleur het is. Bel bij meconium houdend vruchtwater altijd meteen je verloskundige. Breken je vliezen terwijl je kindje nog niet is ingedaald, ga dan meteen liggen en bel ook je verloskundige. De navelstreng kan dan inzakken en klem komen te zetten, een situatie die erg gevaarlijk is voor je kindje.
Jij in de 35e week van je zwangerschap
Je baarmoeder is rond deze week duizend keer zo groot dan voor de zwangerschap. Erg bijzonder als je bedenkt dat je kindje slechts acht maanden geleden is begonnen als één cel en nu al een bijna volgroeid kindje is. Door het gewicht en de groei van je baarmoeder kunnen de laatste loodjes erg zwaar zijn. Gelukkig heb je zwangerschapsverlof of zit je verlof eraan te komen en kun je genoeg rust nemen. Neem deze tijd ook voor jezelf en gun jezelf en je lichaam elke dag wat rust.
Zwangerschapsincontinentie
Als je bedenkt dat je baarmoeder duizend keer zo groot is dan voor je zwangerschap is het niet zo raar dat andere organen in je lichaam wat moeten wijken en je hier wat klachten van krijgt. Urineverlies is helaas een klacht die veel vrouwen krijgen tijdens de zwangerschap. Vooral bij het niezen, hoesten of lachen kun je wat druppels urine verliezen. Dit staat ook wel bekend als stressincontinentie.
De spieren van je bekkenbodem zijn altijd een beetje aangespannen, dit helpt je sluitspieren om je urine en ontlasting op te houden. Zwangerschapshormonen zoals relaxine zorgen ervoor dat de spieren van je bekkenbodem wat slapper worden zodat je kindje erdoor kan. Hierdoor is je bekkenbodem niet sterk genoeg om je sluitspieren gesloten te houden tijdens het niezen, hoesten of lachen. Dit effect wordt versterkt door het gewicht van je kindje en de groei van je baarmoeder die de druk op je blaas en bekkenbodem verhoogd. Je zult daarom meer last hebben van incontinentie naarmate je zwangerschap vordert.
Veel vrouwen vinden het verlies van urine tijdens de zwangerschap gênant. Maar probeer je er niet teveel zorgen over te maken. Bij meer dan de helft van de vrouwen is het urineverlies een half jaar na de bevalling weer weg. Je bent “ontzwangerd”. Je hormonen zijn weer op orde en je bekkenbodem is weer sterker. Gelukkig kun je tijdens de zwangerschap al wel een paar dingen doen om het urineverlies te beperken:
- Ga op tijd naar de WC. Ga meteen naar de wc wanneer je het gevoel hebt dat je moet plassen. Als je te lang wacht is je blaas vol en de druk hoger waardoor je eerder urine verliest
- Plas goed uit. Zorg ervoor dat je recht op de WC zit en kantel je bekken wat naar voren. Neem vervolgens goed de tijd en plas goed uit zodat alle restjes uit je blaas zijn. Door de druk van je baarmoeder kunnen er namelijk wat restjes urine in je blaas achterblijven.
- Blijf genoeg drinken. Het is belangrijk voor jou en je kindje dat je genoeg water binnenkrijgt. Drink daarom niet minder, dit heeft geen effect op het verlies van urine.
- Drink zo min mogelijk cafeïne. Koffie en andere cafeïne houdende dranken stimuleren je nieren. Hierdoor wordt er meer vocht afgevoerd en vult je blaas zich sneller.
- Train je bekkenbodemspieren. Door dagelijks wat bekken oefeningen te doen waarbij je de bekkenbodemspieren aanspant en ontspant, kun je deze spieren versterken. Dit verkleint ook de kans op bekkenklachten en incontinentie na de bevalling.
Urineverlies is een hele vervelende klacht waardoor je je misschien wat vies voelt. Draag daarom tijdens je zwangerschap en even erna inlegkruisjes. Ververs deze regelmatig, ook als je geen urineverlies hebt gehad, om huidirritatie te voorkomen.
Train je bekkenbodemspieren
Zoals we hierboven al hebben aangegeven kun je je bekkenbodemspieren trainen om incontinentie te voorkomen of verminderen. Daarnaast verminderd en voorkomt een sterkere bekkenbodem ook bekkenpijn omdat je spieren het gewicht van je kindje en baarmoeder beter kunnen dragen. Bekkenpijn kun je herkennen aan pijn rond je schaambeen of in je onderbuik, pijn in je onderrug, pijn bij het opstaan of pijn rond je stuitje. Wanneer je erg last hebt van je bekken en er niets aan doet, kan dit overgaan in bekkeninstabiliteit. Je kunt onderstaande oefeningen gebruiken om je bekkenbodemspieren te versterken:
Oefening 1: Ga op een rustige comfortabele plek op je rug liggen en trek je knieën op. Span je bekkenbodemspieren spieren kort aan en laat weer rustig los. Let er op dat je alleen je spieren aanspant en je stuitje niet van de grond komt. Wanneer deze oefening goed voelt en je je bekkenbodemspieren goed kunt vinden kun je een stapje verder gaan. Probeer je spieren met een ritme aan te spannen en ontspannen. Bijvoorbeeld een lange aanspanning gevolgd door twee korte en weer een lange.
Oefening 2: Als oefening één je goed afgaat, kun je het een stap lastiger maken voor jezelf. Ga ontspannen zitten met je rug recht. Verdeel het aanspannen van je bekkenbodemspieren trapsgewijs in drie niveaus. Span ze eerst aan naar niveau één, volgens naar niveau twee en ten slotte volledig tot niveau drie. En ontspan ze weer langzaam. Herhaal deze oefening vijf keer. Gaat dit goed? Ontspan je spieren dan ook weer trapsgewijs in drie niveaus.
Oefening 3: Ga voor oefening drie weer op een rustige plek op je rug liggen. Trek je knieën op en leg je handen ontspannen naast je lichaam. Adem langzaam in en laat je buik omhoog komen. Trek vervolgens, tijdens het uitademen, je bekkenbodemspieren op vanaf je stuitje en span deze gedurende drie ademhalingen aan. Ontspan vervolgens je bekkenbodemspieren langzaam. Let er op dat je je stuitje tijdens het aanspannen niet zo ver optrekt dat deze loskomt van de grond. Herhaal deze oefening tien keer.
Oefening 4: Ga ook voor deze oefening op je rug liggen met je knieën opgetrokken en je handen ontspannen op je buik. Span je bekkenbodemspieren rustig aan door deze op te trekken richting je navel. Let er weer op dat je stuitje niet los komt van de grond. Probeer, tijdens het aanspannen van je bekkenbodemspieren, je knieën rustig op te tillen en weer neer te zetten. Laat vervolgens de spanning op je bekkenbodem los. Herhaal deze oefening vijf keer.
Zwangerschapsjeuk
Ongeveer 20% van de zwangere vrouwen krijgen last van zwangerschapsjeuk. Een kwaal die je helemaal gek kan maken en waarvan nog wel eens wordt gezegd dat het erger is dan pijn. Wanneer je last hebt van zwangerschapsjeuk is het vaak op één deel van je lichaam zoals je buik, benen of borsten. Na de bevalling ben je gelukkig snel weer van de jeuk af maar daar heb je nu natuurlijk niets aan.
Zwangerschapsjeuk kan verschillende oorzaken hebben. De meest voorkomende oorzaak is het groeien van je buik en je borsten. Je huid kan deze groei niet altijd bijbenen waardoor deze onder spanning komt te staan en gaat jeuken.
Daarnaast heb je tijdens de zwangerschap een betere doorbloeding in je lichaam. Dit zorgt ervoor dat je het sneller warm hebt wat zorgt voor jeuk. Deze oorzaak is eenvoudig te herkennen door jeuk over je hele lichaam in plaats van alleen op je buik en borsten.
Ook kan een droge huid zorgen voor jeuk. Dit is een kwaal je die niet alleen tijdens je zwangerschap kunt ervaren maar ook tijdens de winter. Tijdens de zwangerschap is deze oorzaak gerelateerd aan het groeien van je buik en borsten. Wanneer je huid de groei van je lichaam niet kan bijhouden en onder spanning komt te staan, heeft het meer behoefte aan vocht.
Heb je naast jeuk ook een verminderde eetlust, ben je misselijkheid of voel je je niet lekker ga dan even langs de huisarts. In dat geval kun je last hebben van zwangerschapscholestase. Er ontstaat dan onder invloed van je zwangerschapshormonen stuwing van gal in de galwegen. Hierdoor kunnen afvalstoffen uit je lever ophopen en hevige jeuk veroorzaken. Zwangerschapscholestase is gevaarlijk voor je kindje en kan complicaties geven zoals een laag geboortegewicht, vroeggeboorte en zelfs overlijden. Wacht dus niet met een bezoekje aan de huisarts.
Maar wanneer de oorzaken van je zwangerschapsjeuk onschuldig zijn kun je gelukkig een paar dingen doen om de jeuk te verminderen.
Smeer je na het douchen in met een on-geparfumeerde vocht inbrengende crème of huidolie. Douche niet te warm. Dit droogt je huid verder uit wat de jeuk alleen maar erger maakt
- Smeer de plaats van de jeuk in met Mentholpoeder of –gel. Deze verlichten de jeuk
- Kleed je niet te warm
- Draag katoenen kleding. Hierdoor kan je huid beter ‘ademen’
- Eindig je douche met een wisselbad waarbij je eindigt met koud water
- Drink voldoende water
- En ten slotte misschien wel de moeilijkste, probeer niet te krabben. Krabben beschadigd je huid waardoor de jeuk alleen maar erger wordt.