Aantal uren kraamzorg
Als nieuwe moeder krijg je in Nederland standaard 49 uur kraamzorg bij borstvoeding en 45 bij kunstvoeding verdeeld over acht dagen. Deze uren zijn exclusief de uren waarin de kraamverzorgster bevallingsassistentie biedt. De kraamverzorgster komt meestal in het begin van de week wat extra uren om je te ondersteunen. Later in de week als je wat meer hersteld bent en weer wat meer aankan, zal ze de uren langzaam afbouwen.
Landelijk indicatieprotocol kraamzorg (LIP)
Omdat geen bevalling, kraamweek en gezinssituatie hetzelfde is, kan het zijn dat je meer of minder uur kraamzorg nodig hebt. De verloskundige zal, in overleg met de kraamverzorgster, aan de hand van het Landelijk Indicatie Protocol Kraamzorg (LIP) kijken of er omstandigheden zijn waardoor je recht hebt op meer of minder uren. Het landelijk indicatieprotocol wordt sinds 2007 gebruikt om het aantal uur kraamzorg te bepalen op basis van medische gronden.
Eerste indicatie
Tijdens je zwangerschap heb je een intakegesprek met je kraamzorgorganisatie. Tijdens het intakegesprek wordt jouw situatie besproken. Wil je thuis bevallen of in het ziekenhuis? Wil je borstvoeding geven of flesvoeding? Wat is je gezinssituatie? En zijn er medische factoren om rekening mee te houden? Op basis hiervan wordt het aantal uur kraamzorg bepaald. Dit is een eerste schatting. Aan het eind van je zwangerschap of tijdens de bevalling kan er veel veranderen in je situatie. Na de bevalling wordt er daarom gekeken of deze uren nog kloppen.
De eerste herindicatie
Na de bevalling is er meer inzicht op jouw situatie. Zijn er dingen veranderd in je gezinssituatie? Zijn er dingen veranderd in je gezondheid? Zijn er speciale factoren rondom je kindje? Of te wel heb je meer of minder uur kraamzorg nodig dan is vastgesteld tijdens de eerste indicatie? Dan krijg je een eerste herindicatie. Deze vindt gemiddeld 12 tot 24 uur na de bevalling plaats.
Als je in het ziekenhuis bent bevallen of kort na de bevalling naar het ziekenhuis moest, vind de herindicatie plaats als je weer thuis bent. Je verloskundige bekijkt je situatie opnieuw en stelt een advies op voor het aantal uur kraamzorg.
De tweede en volgende herindicatie
Ook tijdens je kraamperiode kunnen er veel dingen veranderen in jouw situatie, de situatie van je kindje en/of de situatie van je omgeving, waardoor je meer uren kraamzorg nodig hebt. Hierbij kun je denken aan het niet op gang komen van de borstvoeding, een dreigende infectie of emotionele instabiliteit. In je kraamweek evalueert de verloskundige, in overleg met je kraamverzorgster, jouw situatie. Als er een wijziging in het aantal uren is, krijg je een tweede herindicatie.
Kraamzorg dag 9 en 10
De verloskundige zal, in overleg met de kraamverzorgster, beoordelen of er na de standaard acht dagen nog extra kraamzorg nodig is op de negende of negende en tiende dag. Wel moeten de uren kraamzorg binnen de wettelijke grens van tachtig uur kraamzorg inclusief bevallingsassistentie blijven.
Meer of minder factoren kraamzorguren
In het Landelijk Indicatie Protocol Kraamzorg staan de factoren beschreven die bepalen of je meer of minder uur kraamzorg krijgt. Per factor staat beschreven hoeveel uur kraamzorg je meer of minder krijgt. Ze zijn onderverdeeld in omgevingsfactoren, moeder factoren, kindfactoren en moeder factoren en kindfactoren.
Omgevingsfactoren
Moederfactoren
Kindfactoren
Moeder- en kindfactoren
Kraamzorg na een ziekenhuisopname
Het kan zijn dat jij of je kindje na de bevalling naar het ziekenhuis moet of langer in het ziekenhuis moet blijven. Per dag dat jij en/of je kindje in het ziekenhuis moeten blijven wordt er een achtste deel van je geïndiceerde uren kraamzorg afgetrokken, met uitzondering van de dag van je/ jullie ontslag. Dus met 49 uur kraamzorg gaat er elke dag zes uur vanaf. Lig je anderhalve week of langer in het ziekenhuis, dan zijn je uren op. Dit betekent dat je geen extra kraamzorg krijgt als je thuiskomt. Probeer daarom, als je hiertoe in staat bent, zoveel mogelijk vragen te stellen terwijl je in het ziekenhuis ligt.
Als je binnen tien dagen, gerekend vanaf de dag van je bevalling, thuis komt uit het ziekenhuis krijg je nog een herindicatie.
Na de kraamtijd
Na je kraamtijd zal de kraamverzorgende en de verloskundige het kraamdossier overdragen aan de jeugdverpleegkundige. Het consultatiebureau zal hun informatie en adviezen kunnen aansluiten op de kraamperiode. Je kunt al jouw vragen over de ontwikkeling en opvoeding van je kindje dan ook stellen aan het consultatiebureau. Voor alle vragen over de gezondheid van je kindje kun je naar je huisarts.