Waarom is dit bloedonderzoek belangrijk?
Het bloedonderzoek is belangrijk omdat het helpt om problemen te voorkomen, nog vóórdat ze ontstaan. Sommige infecties, zoals hepatitis B, hiv en syfilis, geven vaak geen duidelijke klachten, maar kunnen wel gevolgen hebben voor je baby. Door deze ziekten vroeg op te sporen, kan er op tijd worden behandeld of kan de baby direct na de geboorte extra bescherming krijgen.
Ook het onderzoek naar je bloedgroep, Rhesusfactoren en eventuele antistoffen is belangrijk. Zo kan de verloskundige zien of jouw bloed en dat van je baby goed bij elkaar passen. Als dat niet zo is, kunnen er antistoffen ontstaan die de rode bloedcellen van je baby aantasten. Met de juiste controles en eventueel een injectie met antistoffen (anti-D) kunnen deze risico’s goed worden voorkomen.
Wat onderzoekt het bloedonderzoek tijdens de zwangerschap?
Voor het bloedonderzoek wordt er één buisje bloed afgenomen wat vervolgens in het laboratorium wordt onderzocht. Met dit onderzoek wordt gekeken naar een aantal belangrijke punten die iets zeggen over jouw gezondheid en die van je baby. Zo kan er optijd worden ingegrepen als er iets wordt gevonden dat extra aandacht vraagt.
Het bloedonderzoek bekijkt:
- Je bloedgroep (A, B, AB of O)
- De Rhesusfactoren (D en c)
- De aanwezigheid van irregulaire erytrocytenantistoffen (IEA)
- Drie infectieziekten: hepatitis B, syfilis en hiv
Bloedgroep (ABO-systeem)
Tijdens het bloedonderzoek wordt vastgesteld welke bloedgroep je hebt: A, B, AB of O. Dit lijkt een klein detail, maar is belangrijk bij bloedtransfusies en voor het verloop van je zwangerschap. Wanneer jij en je baby verschillende bloedgroepen hebben, kan jouw lichaam antistoffen aanmaken tegen de bloedcellen van je baby. Dat gebeurt niet vaak, maar kan na de geboorte soms leiden tot een milde geelzucht bij de baby. Door de bloedgroep te bepalen, kan je verloskundige of arts hierop letten en waar nodig maatregelen nemen.
Rhesus D-factor
Naast de bloedgroep wordt ook gekeken naar de Rhesus D-factor.
Als je Rhesus D-negatief bent en je baby Rhesus D-positief, kan jouw lichaam antistoffen aanmaken tegen het bloed van je baby. Deze komen via de navelstreng in het bloed van je kindje en breken vervolgens zijn bloed af waardoor hij bloedarmoede kan krijgen. Dit kan tijdens de zwangerschap gebeuren maar ook pas na de geboorte.
Omdat jouw bloed en die van je kindje tijdens de zwangerschap gescheiden zijn, is de kans dat er bloedcellen van je kindje in die van jou terecht komen gelukkig klein. Bij de geboorte is de kans een stukje groter. Je kindje heeft er in dat geval geen last meer van dat er antistoffen worden aangemaakt. Maar bij een eventuele volgende zwangerschap kan dit wel gevaar opleveren als je kindje weer Rhesus D-positief is.
Ben jij Rhesus D-positief en je kindje Rhesus D-negatief dan krijg je rond 30 weken zwangerschap en eventueel na de bevalling een injectie met anti-D-immunoglobuline om te voorkomen dat je deze antistoffen vormt. Deze bescherming voorkomt problemen bij een volgende zwangerschap, zoals bloedarmoede bij je baby.

Rhesus c-factor
Sinds enkele jaren wordt ook de Rhesus c-factor onderzocht.
Het principe is vergelijkbaar met de Rhesus D-factor. Wanneer je Rhesus c-negatief bent en je baby Rhesus c-positief, kunnen er antistoffen ontstaan die bloedafbraak bij je baby veroorzaken. De kans hierop is kleiner dan bij Rhesus D, maar het kan wel gevolgen hebben. Helaas is er niet zoals wanneer je Rhesus D-negatief bent, een injectie om te voorkomen dat je antistoffen gaat aanmaken tegen het bloed van je kindje. Worden er tijdens het bloedonderzoek antistoffen gevonden dan zal de verloskundige of gynaecoloog extra controles inplannen om jou en je kindje goed in de gaten te houden.
Irregulaire erytrocytenantistoffen (IEA)
Daarnaast kijkt het laboratorium ook of er irregulaire erytrocytenantistoffen (IEA) in je bloed aanwezig zijn. Dit zijn antistoffen die niet bij het normale ABO-systeem horen. Ze kunnen ontstaan door een eerdere zwangerschap, een miskraam of een bloedtransfusie. Als deze antistoffen aanwezig zijn, kan jou lichaam de rode bloedcellen van je baby afbreken, wat leidt tot bloedarmoede of geelzucht bij je baby. Bij een positieve uitslag wordt de zwangerschap extra gecontroleerd om de baby goed in de gaten te houden.
Hepatitis B
Naast de onderzoeken naar bloedgroep en antistoffen wordt je bloed ook gescreend op drie infectieziekten, waarvan hepatitis B er één is. Hepatitis B is een virus dat een ontsteking van de lever veroorzaakt en kan worden overgedragen via bloed of lichaamsvloeistoffen. Veel mensen merken niet dat ze besmet zijn, omdat het virus vaak weinig of geen klachten geeft. Soms treden er milde symptomen op, zoals vermoeidheid, misselijkheid, een verminderde eetlust, geelzucht (een gele huid en ogen) en donkere urine. Omdat je zelf niet altijd merkt dat je het virus bij je draagt, is deze screening belangrijk: als jij besmet bent, kun je het virus tijdens de bevalling aan je baby doorgeven.
Wanneer uit het bloedonderzoek blijkt dat je hepatitis B hebt, krijgt je baby direct na de geboorte een injectie met hepatitis B-immunoglobuline en het hepatitis B-vaccin. Hierdoor is je baby vrijwel volledig beschermd tegen besmetting. Jij als moeder krijgt zelf, indien nodig, extra medische begeleiding en controle van de leverfunctie.
Syfilis
Een andere infectie waar je bloed op wordt onderzocht, is syfilis. Dit is een seksueel overdraagbare aandoening die wordt veroorzaakt door de bacterie Treponema pallidum. Syfilis verloopt vaak in verschillende fases en kan in het begin weinig of geen klachten geven, waardoor je niet altijd merkt dat je besmet bent. Soms ontstaat er een pijnloze zweer op de plek van besmetting (vaak op de geslachtsdelen of in de mond), of later in de ziekte een huiduitslag, opgezette lymfeklieren of vermoeidheid.
Omdat de bacterie via de placenta van moeder op baby kan worden overgedragen, is vroege opsporing heel belangrijk. Een onbehandelde infectie kan leiden tot een miskraam, vroeggeboorte of aangeboren afwijkingen bij de baby. Als syfilis op tijd wordt ontdekt, kan het goed worden behandeld met antibiotica. Zo wordt voorkomen dat het virus je baby bereikt en kan de zwangerschap veilig worden voortgezet.
HIV (Humaan Immunodeficiëntievirus)
Ook op HIV (het humaan immunodeficiëntievirus) wordt standaard gescreend. Dit virus tast het afweersysteem aan en kan zonder behandeling worden overgedragen op de baby tijdens de zwangerschap, de bevalling of via borstvoeding. Veel mensen met HIV hebben jarenlang geen klachten, maar sommigen merken in het begin griepachtige verschijnselen zoals koorts, gezwollen lymfeklieren, vermoeidheid of huiduitslag.
Als HIV vroeg in de zwangerschap wordt ontdekt, kan met antivirale medicatie worden gestart. Deze behandeling zorgt ervoor dat het virus bijna niet meer overdraagbaar is. Hierdoor is de kans dat de baby besmet raakt kleiner dan één procent. Dankzij deze behandeling kunnen vrouwen met HIV tegenwoordig gezond zwanger zijn en een gezonde baby krijgen.
Hemoglobine en Glucose
Bij het standaard bloedonderzoek in de zwangerschap komt het regelmatig voor dat ook de hemoglobine-waarde (Hb) en de glucose-waarde (bloed-suiker) worden gemeten — al horen deze metingen niet standaard bij de landelijke PSIE-screening zoals die voor infecties en bloedgroep/antistoffen.
Hb wordt vaak bepaald omdat bloedarmoede bij zwangeren vrij vaak voorkomt en tijdig opsporen handig is voor voeding, ijzer of vervolgcontrole. Voor glucose geldt dat het niet automatisch bij iedereen gemeten wordt, maar wel wanneer er aanwijzingen zijn voor een verhoogd risico op zwangerschapsdiabetes — bijvoorbeeld bij overgewicht of wanneer eerder al een grote baby is geboren.
Wanneer wordt het bloedonderzoek gedaan?
De PSIE wordt meestal uitgevoerd voor 13 weken zwangerschap. De verloskundige neemt het bloed vaak zelf af, maar soms krijg je een verwijzing naar een bloedafnamelocatie in de buurt. Het bloed wordt daarna onderzocht in een laboratorium.
De uitslagen zijn meestal binnen enkele dagen bekend. Je verloskundige ontvangt deze en beoordeelt de resultaten. Tijdens een volgend consult worden de uitslagen met je besproken.
Als je Rhesus D-negatief bent, of als er antistoffen in je bloed worden gevonden, volgt later in de zwangerschap een aanvullend bloedonderzoek om alles goed te blijven controleren.
Is het bloedonderzoek verplicht?
Nee. Deelname aan het bloedonderzoek is vrijwillig. De verloskundige of arts bespreekt het doel van het onderzoek en wat de uitslagen kunnen betekenen.
Je beslist zelf of je mee wilt doen, maar de meeste zwangeren kiezen ervoor omdat het onderzoek belangrijk is voor de gezondheid van hun baby.
Wat kost het bloedonderzoek?
Het bloedonderzoek van de PSIE wordt in Nederland volledig vergoed via de basiszorgverzekering. Je betaalt er dus niets extra’s voor.
Meer informatie?
Wil je meer weten over het bloedonderzoek tijdens de zwangerschap of heb je vragen over jouw persoonlijke situatie? Op de website van het RIVM vind je betrouwbare informatie over het bloedonderzoek, de betekenis van de uitslagen en wat er gebeurt bij een afwijkend resultaat.
Heb je na het lezen nog vragen of wil je iets bespreken dat specifiek voor jou geldt? Neem dan altijd contact op met je verloskundige, die kan jouw situatie het beste beoordelen en uitleggen wat het onderzoek en de uitslag voor jou en je baby betekent.
Bronnen
- Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). (z.d.). Prenatale en neonatale screeningen – Bloedonderzoek voor zwangeren. Beschikbaar via https://www.pns.nl/professionals/bloedonderzoek-zwangeren
- Thuisarts.nl. (z.d.). Ik ben zwanger en krijg bloedonderzoek. Beschikbaar via https://www.thuisarts.nl/zwanger/ik-ben-zwanger-en-krijg-bloedonderzoek
- De Jonge, A., Verhoeven, C., Feijen-de Jong, E., van Dillen, J., & Bakker, P. (2025). Praktische verloskunde. BSL Media & Learning.